|
||||||||
|
Als iemand als grootmeester Dave Alvin de band omschrijft als “One of California’s unique treasures”, dan weet hij natuurlijk waarover hij het heeft, want “it takes one, to know one”. Een tweede reden voor onze bewondering voor de vier, is dat ze nu al aan hun tiende plaat toe zijn en dat één van de vast terugkerende onderwerpen de bezorgdheid is om onze planeet en de mensen die haar bewonen en dat is bij uitstek te horen op deze “On Our Way”, hun Covid-plaat, helemaal in lockdowntijden gemaakt op een manier, die ze zelf nooit meemaakten. Samenkomen was taboe en, waar het bij muzikanten precies dat samenzijn is, dat de creativiteit pleegt aan te wakkeren, waren de vier deze keer gedoemd een nieuwe manier te vinden, om de elf songs van deze plaat vorm te geven. Dat wilde voor hen zeggen: hoewel ze het in hun vorig werk wel eens over “disruptie” ofte “ontwrichting” hadden en er zelfs deels op dreven, was er plots die wereldwijde ontwrichting, die hen dwong op de golven van de noodzakelijke innovatie mee te surfen en een plaats te zoeken in een wereld die, zo zou blijken, ruim anderhalf jaar lang haast uitsluitend uit ontwrichting zou bestaan Ze onderkenden meteen het risico in deze werkwijze: je wordt, als band, die erom bekend staat, te schrijven en te zingen over wat er in de maatschappij om je heen gebeurt, een beetje gedwongen te virtualiseren en te vertellen wat er mogelijks had kunnen gebeuren. Dat wordt opgelost door nummers te maken over personages uit het verleden (Geronimo, Muhammed Ali…) of aan de slag te gaan met het zogeheten Faulknerian dilemma: in hele fraaie, lange zinnen, proberen uit te vissen of schrijven -en bij uitbreiding creatief bezig zijn, een uiterst individuele bezigheid is, dan wel een taak die slechts vorm kan krijgen, doordat je als artiest in een omgeving, een maatschappij leeft, die je hoe dan ook beïnvloedt. Heel boeiend allemaal, maar daarom niet meteen beluisterbaar en het is precies op dàt punt dat deze nieuwe Hawks zo’n bijzondere plaat geworden is. De basis blijft de alt Country, al wordt er ook wel naar rechttoe-rechtaan blues gegrepen (“Mississippi Gas Station Blues”) en klinkt het door drumster Jacobs ingezongen helemaal als jaren ’60 Pop, net zoals de geest van The Doors doorheen de acht minuten lange funky afsluiter “How You Gonna Know” te herkennen valt. Dat levert een weliswaar enigszins bevreemdende plaat om, waarop ik nergens een zwak nummer vind, al deed ik heel hard mijn best. Toegegeven: deze plaat vergt een beetje inlooptijd, maar eens je met de aanpak vertrouwd bent, ontdek je parel na parel en hou je een plaat over, waarvan je nu al weet, dat je ze over jaren nog geregeld uit de kast zal halen. (Dani Heyvaert)
|